Dagboek van Mevrouw Hermans – Roodbeen, Maasstraat, Steyl. (23.8.1884 – 27.9.1975)
1 maart 1945
Bevrijd! Of liever gezegd ingesloten. ’t Komt zo onverwacht, ondanks dat we honderd dagen in de kelder hebben gezeten. De laatste dagen waren de berichten erg spannend, en we hoopten binnen 10 a 14 dagen ingesloten te zijn. Alles gebeurt nu binnen twee dagen. Om half vijf komt Pater Frijnts: “De Tommy’s[1] zitten in Venlo en Kaldenkirchen.” Wij geloven er geen steek van en denken terug aan die dagen dat ze ons blij kwamen maken met de bevrijding van Swalmen. Toch blijkt het waar te zijn. Sommige hadden al een cigaret van de Canadezen en hadden tanks gezien bij het Trappistenklooster. ’t Duurt even voordat de werkelijkheid tot ons doordringt. De stemming in de keuken wordt hoe langer hoe opgewekter. Wij zijn ingesloten? Goddank! Tegen 7 uur komt de burgemeester Pesch de keuken binnengeslopen en roept: “Goedenavond, goedenavond” En rent als het ware door de keuken naar de gangen waar Pater Provinciaal en enkele onderduikers hem opwachten om te feliciteren. Alle onderduikers tevoorschijn worden gehaald. Piet en Sjors, de koster, Bert en Jan. Wat een vreugde. En een drukte is het nu opeens in de keuken van het belang. Toch drukt ons iets. We missen Dhr. Pastoor en Pater Peeters.[2] Zij die ons zoveel moed hebben ingesproken mogen zelf de bevrijding niet meemaken. Het zal hun zwaar vallen. Ons ook. Vandaag is de laatste dag van onze noveen. Pater Frijnts heeft van de partisanen bericht gehad dat de gevangen nog in Dülken zitten. Wij hebben goeie hoop hen spoedig terug te zien. Duidelijk kunnen we nu de tanks in Venlo horen schieten. Vandaag een mijn ontploft. Theo Linssen een voet af. Om twee uur deze middag kwamen nog enkele militairen in het Missiehuis voor een fiets in beslag tenemen. Br. Dagobert weigerde waarop een der Duitsers hem de bajonet op de borst zette. Br. Dagobert pakte kalm de fiets en bracht hem in veiligheid. De Duitsers sisten van woede en zouden over enkele minuten terugkomen. Tegen de avond stonden dezelfde militairen in de tuin te huilen omdat ze verloren waren. De wapens gooiden ze weg.
[1] Pater Frijnts vergist zich hierin, het zijn de Amerikanen die Venlo en Tegelen bevrijden.
[2] Met pastoor bedoeld mevr Hermans pastoor Windhausen die samen met Pater Peeters naar Buchenwald zijn gebracht.