Tegelen en Steyl kende gedurende 84 jaar (tussen 1888 en 1972) een uitgebreid netwerk van diverse personen- en goederentrams. In dit artikel proberen we u een indruk te geven van de geschiedenis van het “tremke”.
In 1888 kreeg Limburg, als allerlaatste provincie, een (paarden)tramverbinding. De eerste Limburgse trams reden van Venlo via Tegelen naar Steyl. Nadat in 1887 en 1888 de gemeentes Venlo en Tegelen een concessie hadden verleend aan “Tramweg-Maatschappij Venlo – Tegelen – Steyl” werd in maart 1888 begonnen met de aanleg van de tramlijn. De aanlegwerkzaamheden werden uitgevoerd door de Belfeldse aannemers Ernst en Stoffels.
Op 21 mei 1888 werd de feestelijke openingsrit gereden. De paardentram reed in de eerste jaren 7 á 8 retourritten. Tijdens hoogtijdagen, zoals de diverse kermissen in de omliggende dorpen en katholieke dagen, reden er extra trams op (een deel van) de lijn. Ter hoogte van de Drie Kronen verscheen er een werkplaats voor de rijtuigen en later ook motortrams.
In 1910 werd de trekpaarden met pensioen gestuurd en vervangen door een motortram, uitgerust met een benzinemotor. Tevens werd deze modernisering van het wagenpark aangegrepen om ook de rails op grote schaal te vervangen. De gemeente Tegelen was niet blij met de motortrams, vooral omdat het trambedrijf, tijdens de modernisering van de rails, de Spoorstraat had opgebroken en niet meer hersteld. Uit protest bleef het gemeentebestuur weg bij de feestelijk ingebruikname van de motortrams.
Al snel kreeg de tram concurrentie van de opkomende, “wilde” busdiensten. Om de concurrentie met de bussen te verkleinen zorgde het trambedrijf voor meer aandacht aan de reiziger. Er werd o.a. voor betere wachtlokalen gezorgd en waar nodig bijgebouwd. Een definitief keerpunt in de geschiedenis van de tram Venlo-Tegelen-Steyl was de Eerste Wereldoorlog, alhoewel in 1917 nog een recordaantal passagiers met de tram meeging. Door benzinegebrek reden er, in het laatste jaar van de tram (1918), op sommige dagen al geen trams meer. Op 3 februari 1918 reed de laatste personentram over het grondgebied van de voormalige gemeente Tegelen.
De rijtuigen werden na de opheffing nog opgeslagen in de locomotievenloods, op het Stationsplein van Venlo, maar uiteindelijk werden de rijtuigen als oud ijzer verkocht. 2 van de 3 motorlocomotieven werden verkocht aan kleifabriek Russel die de locomotieven nog ruim 18 jaar (tot 1934) inzette op de tramlijn van Russel.