Winter 1945

In huize Faassen aan de Kasteellaan 3 in Tegelen waren in de laatste maanden van de oorlog enkele soldaten ingekwartierd. Drie Oostenrijkers en 1 Duitse soldaat hadden de opdracht om het viaduct, waarover de spoorlijn Roermond – Venlo liep te ondermijnen en, indien noodzakelijk te vernietigen.

In totaal lag er circa 2000 kg springstof onder het viaduct, voldoende om niet alleen het viaduct maar ook de omliggende woningen te vernietigen.

De Oostenrijkse soldaten waren gemoedelijke kerels, echter de Duitse soldaat, tevens commandant van het groep was niet te vertrouwen. Diverse keren dreigde hij het viaduct op te blazen.

Ergens in deze maanden werd door de heer Bertje Faassen op een avond enkele flessen wijn open gemaakt. Doel hiervan was de soldaten goed te stemmen en er zodoende achter te komen waar de draden voor de ontsteking liepen. Na enkele flessen werd dit dan ook door de Oostenrijkers uitvoerig verteld. Toen de soldaten eindelijk sliepen is de heer Faassen, samen met zijn buurman Bér Jeuken, die een café en een botenverhuurbedrijf bestierde, naar het viaduct gelopen. Bér Jeuken was in het bezit van een draadschaar. Toen de kabels gevonden werden, werd er bij iedere kabel een stuk van circa 50 cm uitgeknipt. Door deze moedige actie van zowel Faassen alsook Jeuken is het viaduct nooit ontploft.

De ochtend na de verzetsdaad werden de Duitsers de weg gewezen naar Bracht gewezen. Na een poos kwamen de Duitsers echter weer terug en hielden pal voor het huis van Faassen halt. Iedereen vreesde dat men voor represailles kwam. Wat bleek echter; de soldaten hadden de weg naar Bracht niet kunnen vinden en waren terug gekomen om nogmaals te vragen hoe ze in Duitslands kwamen. Ze waren verdwaald.

Na de oorlog is de heer Faassen door de Nederlandse Spoorwegen hiervoor beloond. Bér Jeuken werd in 1^e instantie gearresteerd vanwege samenwerking met de Duitsers. Echter Bert Faassen heeft, door zijn getuigenis van de verzetsdaad, ervoor gezorgd dat hij onmiddellijk daarna werd vrijgelaten.

Plaatsing Mariakapelletje:

Mariakapelletje aan de Holtmühle – in 1944 dreigde ook evacuatie voor de buurtbewoners van Nabben en omgeving Holtmühle. Verder was er nog een ander gevaar, de springlading onder het spoorwegviaduct. Deze bange omstandigheden brachten de buurtbewoners ertoe een gelofte af te leggen. Indien zij verschoond bleven van evacuatie en indien de springlading niet zou afgaan zouden zij een Mariakapelletje oprichten. In 1949 was het zover. In een hoek direct aan de vijver werd, ter devotie van Maria, een klein veldkapelletje gebouwd. De grond voor het kapelletje werd ter beschikking gesteld door de familie van Basten Batenburg, de stenen door de heer G. Goossens en de groen aankleding door de familie Faassen.