De watersnoodramp in 1926 behoort beslist bij een van de grotere rampen in Nederland. Zeker als men het gebied, waarin de ramp zich uitstrekt, meeneemt. Maar niet alleen in Nederland ondervindt last van het wassende water in de rivieren. Ook België en Duitsland hadden hier last van. In Duitsland stonden maar liefst 28.000 woningen onder water waarvan er vele later afgebroken moesten worden. Ook de Belgische gebieden rondom de Maas ondervonden veel last van het wassende water.
De winter van 1925/1926 was een zeer koude. Vanaf halverwege november waren er al veel vorstdagen en sneeuwde het geregeld. Deze kou en sneeuwval zette zich door tot begin december, waar het op de koudste Sinterklaas van de twintigste eeuw zo’n zeventien graden Celsius vroor. In het noorden van België en zuiden van Nederland lag een dik pak sneeuw van soms wel zestig centimeter. Vanaf half december sloeg het weer om. Het begon extreem veel te regenen. Zo viel in december 1925 in de Ardennen bijvoorbeeld 328 millimeter regen. De rivieren stegen hierdoor tot recordhoogte. De eerste meldingen van overstromingen van de Maas werden gemeld op 23 december. Rond Oud en Nieuw bereikten deze overstromingen in Limburg hun hoogtepunt. Zo stond bijvoorbeeld het centrum van Venlo volkomen blank. Op 1 januari 1926 was de afvoer van de Maas in Luik zelfs 3.500 kubieke meter per seconde. Normaal was dit 250 kubieke meter per seconde. Op Nieuwjaarsdag bezweek de Maasdijk bij Nederasselt onder de druk van de grote sneeuwval, snelle dooi, extreme regenval en een aanwakkerende storm. Drie dagen later hadden de overstromingen zich verder door het land verspreid en stond bijvoorbeeld ook Alphen aan de Maas onder water. Het water stond hier tot wel vier meter hoog in de straten. Een totaal van 5.700 mensen moest hun huis ontvluchten door het stijgende water. Ook de Rijn had met dezelfde problemen te maken, hevige sneeuwval afgewisseld door snelle dooi, opnieuw sneeuwval en veel regen. Op 1 januari 1926 wordt gemeld dat de weg tussen Tegelen en Venlo al onder water staat. De busdienst Venlo – Steyl kan slechts met grote omwegen de dienst in standhouden. Op 2 januari breekt het water definitief door en grote delen van Tegelen lopen vol. Het gehele gebied ten westen van de Rijksweg en ook Nabben ondervinden extreem veel last van het vele water welk zich niet laat stoppen.
De gevolgen
In de Limburger Koerier beschrijft een journalist wat hij in Tegelen aantreft.
“Reeds eerder maakten we melding van den hopeloze en ellendige toestand door de geweldige overstroming ook in deze gemeente veroorzaakt. Bij overmaat van ramp was er in de avonden van angst en ellende geen elektrisch licht in de gemeente zodat de zo reeds zwaar getroffen inwoners zich moesten helpen en hun vluchten en redden en ontruimen met petroleumlampjes en kaarsen. Vrijdagavond (1 januari, jw) hoopte men nog dat er licht zou komen doch ook in deze hoop werd men teleurgesteld. Het was een akelig en mistroostig schouwspel die zee van water tussen de huizen, zich ongenadig door deuren vensters en keldergaten binnendringend. Reddingsbootjes dobberden als spoken door de in kanalen herschapen straten, voortgedreven door menslievende redders met lantaarns wier rood licht zich nauwelijks door de zware duisternis wist te dringen en fantastisch weerkaatste in het steeds wassende en dreigende water. En steeds viel er maar regen, de ellende dreigde nog groter te worden.
Moeders met kleine schreiende kinderen op de armen werden per bootje naar veilige have gebracht. Kloeke mannen namen hun ouderen vader of sukkelende moeder op de schouders en brachten ze naar familie of bekenden. Andere weer stapten blootvoets door het koude water in de schimmige duisternis en keerden terug met wat redding vergde, kleren, beddengoed, stoelen, kasten of tafels. De hele dag en tot laat in de avond wandelden duizenden belangstellenden door de nog niet overstroomde straten om hulp te bieden waar zulks nodig was.
Anderen weer wisten niet wat te doen. Komt er nog was dan zal ook hun woning door de klauwen van het water worden gegrepen. Hier zijn het nog maar 15 cm, elders nog maar 10, terwijl op andere plaatsen een was van 2 cm teveel zou zijn. Misschien komt er deze nacht nog val maar misschien?? Wat te doen, het huis ontruimen? Er wordt gewacht tot laat in de avond, tot laat in de nacht, rusteloos, moede van angst en twijfel, tot weer het daglicht verschijnt. En steeds dit hopeloze schouwspel, eentonig en akelig … water, steeds water. donkere grijze luchten en regen.
Zo heeft men hier enkele dagen en nachten in bangen angst en twijfel geleefd en gewaakt en gezwoegd. Honderden woningen staan onder water en onder deze woningen tellen we een maas arbeiderswoningen.
Maandagmorgen melden zich reeds een 200-tal werkelozen ter gemeentesecretarie. Verschillende grote en kleine fabrieken die eveneens onder water staan zullen namelijk aller waarschijnlijkst de eerste weken niet kunnen werken en deze tijd nodig hebben voor het aanbrengen van het herstellen en het doen van van opruimingen alvorens met het gewone werk te kunnen beginnen. Onder deze fabrieken noemen we onder meer de steenfabrieken der Canoy-Herfkens.
Het schouwspel dat deze fabriek biedt is aller treurigst. De gehele fabriek staat diep onder water. De schade hier aangericht is verschrikkelijk, hier zal het opruimings- en herstellingswerk niet alleen weken doch zelfs maanden duren. Voorst vermelden we nog van de fabrieken van Mulder, Hekkens, de drukkerij en binderij van het Missiehuis, de Ijzerfabriek Tegelen, de tabaksfabrikanten Kreykamp en J. Beurskens enz. Andere worden weer werkeloos doordat er geen elektrische kracht is, terwijl weer anderen zich werkeloos melden omdat ze de fabrieken voorlopig niet kunnen bereiken.
De toestand door de overstroming veroorzaakt is, naast de grote materiele schade voor velen, ook van deze zijde beschouwd, diep treurig. In de huizen der getroffenen is veel vernield en verloren en heeft het water eenmaal de woningen verlaten dan kunnen weliswaar de bewoners deze weer betrekken doch dan staat weer een ander niet minder gevreesd en gevaarlijk spook aan de deur … de werkeloosheid.”
Tot zover het weliswaar wat dramatisch geschreven artikel maar de schrijver beschrijft wel wat de Tegelenaren te wachten staat, ellende. Is het niet door de grote schade die huis en haard hebben opgelopen dan wel door de mogelijke werkeloosheid die te wachten staat.
Een week later
Wederom neemt een journalist de moeite naar Tegelen te komen om een verslag uit te brengen van de situatie. Op 7 januari, een week na de 1e overstromingen gaat hij kijken in Tegelen. “De steenfabriek Canoy-Herfkens heeft enorme schade door de grote druk van het water gekregen. Honderdduizend ongebakken stenen hebben zich opgelost en zijn weggevloeid, ongeacht nog de schade aan de machines. Tal van huizen zijn beschadigd aan fundamenten en vertonen gaten en scheuren. In het Missiehuis is de schade eenvoudig niet te schatten, waarmee alles is gezegd. Volgens een zegsman daar stond het water 1.75 mtr in de drukkerij en gebouwen.
Riolen zijn in de straten ingestort, honderden werkelozen zijn geruïneerd voor het herstel der buizen allerwegen. De gieterijen van alle fabricaten zijn ondergelopen en onbruikbaar, eerst moet al het water gezakt zijn.
Het distribueren van levensmiddelen door het comité en de burgemeester geleid heeft schitterend voldaan. Alleen de verschaffing van drinkater brengt grote bezwaren door het onbruikbaar worden van de putten.
De gezondheidscommissie te Venlo, vaardigde de volgende proclamatie uit die ook in Tegelen en Blerick is verspreid. ‘Gewaarschuwd wordt tegen het gebruik van water uit putten welke door de Maas zijn overstroomd zijn. Alleen gekookt mag dit genuttigd worden. Alle lokalen die overstroomd waren moeten eerst worden drooggemaakt en daarna met creoline, lysol of kalk ontsmet worden.
Uiteindelijk zal de schade meer dan 100.000 gulden bedragen. Een voor Tegelen gigantisch bedrag. De schade voor Nederland werd in eerste instantie op 5,5 miljoen gulden geschat. Doorgebroken dijken, woningen onbewoonbaar of geheel vernield, talloze fabrieken die grote schade hadden opgelopen, voorraden die door het water waren aangetast en daardoor niet meer bruikbaar waren. De catastrofe was groot. In de rest van Nederland werden inzamelingsacties gestart. Sommige gemeenten stuurden geld, andere goederen zoals kolen, dekens en etenswaar.
Pas na een aantal maanden was het water weggelopen. Er bleef slechts een enorme ravage achter. Dit was niet alleen veroorzaakt door de overstromingen. Kort na de overstromingen was het namelijk weer gaan vriezen en sneeuwen. De ijsschotsen die hierdoor ontstonden zorgden in de periode na de overstroming nog voor veel schade aan huizen en het landschap.
In 1993 en 1995 zijn er in Tegelen weer grote overstromingen. Echter nu neemt men veel sneller voorzorgsmaatregelen en blijven de gevolgen, zeker vergeleken met 1926, binnen de perken.
[1] Extreem Weer, Franeker, J. Buisman